'T RUMOERIG STAATJE 't Rumoerig staatje Speelt braaf soldaatje, Heeft van den Duitscher niets geleerd Dan kommandeeren En excerceeren, Met linksomkeert en rechtsomkeert. 't Rumoerig staatje Wordt potentaatje, Krijgt in Genève een groote rol: Mag Fransche knecht zijn Voor 't Fransche recht zijn, Champagne drinken en Pomerol. 't Rumoerig staatje Wil een tractaatje Met Nederland over den Scheldestroom. De kleine dwinger Neemt hand en vinger. Ach, Neerland, Neerland, houd u vroom. Rumoerig staatje, Ik haat je, haat je, Om uw Vlaamsche lamheid en Fransche list. Ook zonder wonder Gaat gij onder. Het requiem zingt een activist. 118 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p. 130 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.